Hector Petersen werd geboren op 19 augustus 1963 in Soweto, Zuid-Afrika. Hij was het enige jongetje in een gezin met vier kinderen. Hector was een slimme, vrolijke jongen die samen met zijn stiefzus Antoinette Sithole naar school ging.
Op 16 juni 1976 kwamen duizenden zwarte scholieren in Soweto in opstand tegen het besluit van de Zuid-Afrikaanse regering om Afrikaans als verplichte onderwijstaal in te voeren. Afrikaans werd door velen gezien als “de taal van de onderdrukker”, en de maatregel zou het onderwijs voor zwarte leerlingen ernstig belemmeren.
Wat begon als een vreedzame demonstratie, escaleerde snel toen de politie traangas en uiteindelijk kogels gebruikte tegen de protesterende kinderen. Hector Pieterson, slechts 12 jaar oud, werd dodelijk getroffen door een politiekogel.
De wereld werd wakker geschud door een foto van Sam Nzima, waarop te zien is hoe de zwaargewonde Hector wordt gedragen door de 18-jarige Mbuyisa Makhubo, terwijl zijn zus Antoinette in paniek naast hen rent.
Deze foto werd wereldwijd gepubliceerd en werd een krachtig symbool van de wreedheid van het apartheidsregime.Nzima smokkelde het filmrolletje in zijn sok uit de protestzone, omdat hij vreesde voor represailles van de autoriteiten. Zijn moedige daad bracht de realiteit van apartheid onder internationale aandacht.
De achternaam van Hector werd destijds in de media ook wel Petersen, Pietersen en Peterson gespeld. In 1986 besloot de Diemense gemeenteraad om een straat in een nieuwe wijk in Diemen-Zuid te vernoemen naar Hector Petersen. Twee overige straten werden vernoemd naar Anne Frank en Kerwin Lucas-Duinmeijer. Alle drie jonge mensen die door racistisch of antisemitisch geweld waren omgekomen. Later werd bekend dat de familienaam van Hector Pieterson luidde. In Johannesburg is een museum naar hem vernoemd.