16 juni 2025

Fort Diemerdam, Napoleon en de Brandenburger Tor

Het in Diemen liggende fort Diemerdam behoort tot de Stelling van Amsterdam, de verdedigingslinie die rond de vorige eeuwwisseling rond de hoofdstad werd aangelegd. Sinds 1996 is de Stelling door de UNESCO aangewezen tot werelderfgoed. Hoewel er veel over de stelling en haar forten is te vertellen, beperken we ons hier tot Diemen en fort Diemerdam.

De geschiedenis van Fort Diemerdam begint al in 1787. De patriotten hadden in de voorgaande jaren hetgezag van stadhouder prins Willem V danig aangetast. Aan het hof is sprake van ‘kuiperijen’. Eind juni wordt prinses Wilhelmina, de echtgenote van de stadhouder bij Goejanverwellesluis de doortocht naar Den Haag belet door een vrijkorps van patriotse soldaten. De Oranjepartij schreeuwt moord en brand over deze ‘majesteitsschennis’. De prinses vindt het genoeg reden om haar broer, de koning van Pruisen, in te schakelen.

Op 5 juli al wordt bij de Diemerdam een versterking opgeworpen bij de Diemerzeedijk ter hoogte van de uitwateringssluis van de Diem. Voor de bouw worden ca. 800 houten palen aangevoerd en worden wallen opgeworpen voor twee batterijen, die gescheiden worden door de Kleisloot, en worden vijf kanonnen geplaatst. De patriotse dominee van Diemen, Bernardus Bosch, wordt aangesteld als directeur van de kanonniers. De vurige woorden waarmee de versterking worden ingewijd worden aan hem toegedicht: ‘Ik blixem aan het IJ, en donder met kartouwen, Door Diemens schutterij, zo Monster Dwingelandij, van Willem van Nassouwen, hier naderen durft aan het IJ.’

Willem V laat het echter over aan zijn zwager, de Pruisische Koning Friedrich Wilhelm II, die op 13 september met een leger van 25.000 man de Republiek binnenvalt. Al snel wordt Amsterdam van twee kanten bedreigd. Op 21 september zitten de Pruisen al in Abcoude en Baambrugge. Daarop vlucht de bezetting van batterij Diemerdam (onder) naar Amsterdam. Hun kanonnen staan gericht op Muiden en niet naar het zuiden, vanwaar de aanval wordt verwacht. Het loopt anders. De divisie van generaal Von Kalkreuth komt toch uit het oosten en rukt aanvankelijk snel op. Maar inmiddels was het gaan regenen en stonden de weilanden rond Amsterdam blank, zodat alleen dijken en hooggelegen wegen gebruikt konden worden. De opmars stagneert en de verdedigers komen in het voordeel. De Pruisische opperbevelhebber staat een wapenstilstand toe voor onderhandelingen, die op 23 september beginnen in het Pruisisch hoofdkwartier in Leimuiden. Ze mislukken binnen een week en de wapenstilstand is voorbij.

Ondertussen was er hard gewerkt aan de versterkingen. Majoor Herman Daendels had de Duivendrechtsebrug laten afbreken en er batterijen op laten werpen. Militair ingenieur J. Guichenon de Chatillion verbetert de batterij bij Diemerdam. Nog voor het aflopen van de wapenstilstand op 30 september verjagen de verdedigers bij de Vinkenbrug (waar de Muiderstraatweg de Korte Diem kruist) tot tweemaal toe Pruisische verkenners. Dat was maar goed ook, want de ruiterij die de wacht hield bij Diemerbrug (ter hoogte van de katholieke kerk De Hoop) wist de drank zo goed te raken dat betwijfeld kan worden of ze de vijand nog wel konden raken. Op stadskosten sloegen ze met zijn dertigen in twee weken voor 250 gulden aan drank naar binnen, waaronder 215 flessen wijn.

Op 1 oktober barst de strijd echt los. Ooggetuige schipper Jan Hessels Visser, die met zijn kotter de monding van het IJ moet bewaken:
’Smorgens de clocke halff vijff uuren hoorden wij eerst te Muiden en vervolgens genoegzaam tegelijk op diverse plaatsen zwaar canonneeren, en ook met klijn geweer schieten. Aan den Amstel, en onder Diemen, ontstond hierdoor brand, hetgeen tot den avond aanhield – de overwinning te Muiden en onder Diemen hebben wij duidelijk kunnen zien dat volkomen aan onze zijde was, wijl den vijand voorbeeldelijk en gelijk het waare Batavieren eijgen is beschooten wierd en tot verre aan geene zijde van Muiderberg terugge wierd gedreven.’ Bij de kruising van de Weespertrekvaart en de Bijlmerringsloot, waar het Weesper Tolhek stond, en bij de Duivendrechtsebrug wordt hevig gevochten.

De aanvallers moeten zich terugtrekken. Maar aan de andere kant van de stad gaat het mis. Op de Amstelveenseweg bij de Kalfjeslaan houdt de daar ingerichte batterij het enkele uren vol, tot ze in de rug wordt aangevallen door per boot overgezette Pruisen. Ook bij Halfweg worden de verdedigers op die manier verrast. De Pruisische opperbevelhebber kondigt een wapenstilstand af en er volgen onderhandelingen met Den Haag (met de prinses en de staten van Holland). De op 4 september gereedgekomen ‘houten loges’ voor de manschappen in Diemerdam zijn niet meer nodig. Op 10 oktober geeft Amsterdam zich over. De stad wordt gehuld in oranje en de politieke afrekening begint. In Berlijn laat de Pruisische koning de Brandenburger Tor bouwen om de overwinning glans te geven. Als het stadhouderlijk paar enkele jaren later toch de plaat moet poetsen, blijft de versterking bij Diemerdam in de militaire belangstelling staan. In 1799 wordt ze nog onder handen genomen als een Engels-Russische invasie over de Zuiderzee dreigt (maar die vindt bij Callantsoog plaats). Eind 1805 en in 1810 wordt de batterij naar een plan van generaal Krayenhoff aanzienlijk uitgebreid. De hinderlijke sloot tussen de batterijen wordt verlegd. Op 21 november 1811 inspecteert keizer Napoleon Bonaparte fort Diemerdam en is er tevreden over. Via de Weesperstraat trekt hij door Diemen verder naar Amsterdam. Er is een onbevestigde anekdote dat het paard van Napoleon opnieuw beslagen moest worden bij een smid aan de Weesperstraat en dat het oude hoefijzer jarenlang als trofee in zijn smederij aan de muur heeft gehangen.

In de loop van de 19de eeuw blijft Diemerdam een militair object, maar er wordt niet veel aandacht aan besteed. Dat verandert als na de Frans-Duitse oorlog, waarin Parijs word belegerd (1870-1871), de landsverdediging wordt gereorganiseerd en er plannen worden gemaakt voor de Stelling van Amsterdam, die de hoofdstad tegen vijandelijke aanvallen moet verdedigen. Van 1886 tot 1896 wordt Diemerdam omgebouwd tot een kustbatterij die de IJmonding moet bewaken, samen met Fort Pampus en de batterij op IJdoorn bij Durgerdam. Er worden kanonnen van de Duitse firma Krupp geplaatst, die later naar Fort Erfprins in Den Helder worden overgeplaatst.

Rond het fort mogen volgens de Kringenwet uitsluitend houten huizen en schuren gebouwd worden. Bij onraad moeten die in brand worden gestoken om het schootsveld vrij te maken. Bij Diemerdam is dat de boerderij Zeehoeve. Binnen twee dagen moet het land buiten de Stelling veranderd worden in één grote watervlakte. Het commandocentrum van de Stelling bevindt zich bij de Artillerie-Inrichtingen bij de voormalige Hembrug in Zaandam, ook geografisch min of meer het middelpunt van de Stelling. Hieronder een brief uit het Belgische Herstal, waar een grote wapenfabriek was gevestigd, naar het Arsenaal De Hembrug.

Van 1914 tot augustus 1917, tijdens de Eerste Wereldoorlog, houden dienstplichtigen de wacht in wat dan het Werk aan het IJ heet. Door de neutraliteit van Nederland zijn de forten nooit echt in actie gekomen. Wel spioneren de Duitsers in 1912 nog met de Zeppelin ‘Victoria Luise’ boven Holland. Voor de meeste soldaten bestaat het leven uit oefenen, sporten, musiceren, kaarten, eten, slapen en vervelen. Na de afsluiting van de Zuiderzee neemt het belang van dit fort en alle andere forten af. De uitvinding van de brisantgranaat en het gebruik van militaire vliegtuigen maakt de fortenstrategie overbodig.
Ook de eeuwenoude Nederlandse militaire strategie om water als strijdmiddel in te zetten bij de verdediging van het land, is daarmee achterhaald.

Nog één keer in de geschiedenis zal Fort Diemerdam gebruikt worden als militair object. Reeds vóór het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog worden op 12 april 1939 de eerste twaalf geniesoldaten op het fort gelegerd. Het dagblad ‘Het Vaderland’ bericht op 18 juli 1939:

‘Fort Diemerdam begeerlijk foto-object. Duitsche betrapt; film in beslag genomen.
Zondagmiddag bemerkte de fortwachter van het Fort Diemerdam, in het buurtschap Over-Diemen gelegen, dat iemand bezig was, in de onmiddellijke nabijheid van het fort foto-opnemingen te maken. Hij waarschuwde telefonisch de politie te Diemen en een der gemeente-veldwachters begaf zich per fiets naar het einde van den Over-Diemerweg. De fotograaf bleek een inwoner van Amsterdam te zijn, met een Duitschen naam. Volgens zijn verklaringen zou hij niet het fort, maar slechts de omgeving hebben willen fotografeeren. De politie heeft het fototoestel met de bijbehoorende film in beslag genomen, teneinde nader te doen onderzoeken welke opnamen in werkelijkheid gemaakt zijn.Reeds eenige malen eerder bleken fotografen belang in het fort Diemerdam te stellen. De laatste maal, nu ruim twee maanden geleden, werd een Duitscher betrapt, die als hengelaar in een roeiboot bezig was het fort te fotografeeren. Een der aldaar gelegerde militairen heeft toen den man aan zijn superieuren overgegeven.’

Net voor de Duitse inval in mei 1940 wordt de polder het Uilenbosch, waarin boerderij de Zeehoeve staat, door de Nederlandse militairen onder water gezet. Ongeveer 100 hectare in Overdiemen wordt geïnundeerd. In 1944 worden de polders nogmaals, maar nu door de Duitsers, onder water gezet. De familie Hennipman woont tot de bevrijding op de zolder van de Zeehoeve. Het water staat 75 cm hoog. Ook worden er veel joodse onderduikers op het fort ondergebracht, zelfs als er van 1943 tot 1945 Duitse officieren zijn gelegerd. De op het fort woonachtige familie Klop wordt na de oorlog, in 1967, in Yad Vashem in Israel gehuldigd en onderscheiden vanwege hun hulp aan joodse onderduikers.

In 1954 trekt het ministerie van Defensie zijn handen af van het fort. Een tijd van verval begint. Vooral de houten boerderij Zeehoeve gaat zwaar achteruit. Bij diverse stormen stort het dak van de stal gedeeltelijk in. De plaatsing van de Stelling op de UNESCO-lijst in 1996 brengt leven in de brouwerij. Door inwoners van Diemen wordt jarenlang aandacht gevraagd voor het behoud van het fort en de boerderij. Totdat Stadsherstel Amsterdam het fort overneemt en een restauratieplan ontwikkelt. Aannemers richten een leerlingbouwplaats in zodat werkloze jongeren werkervaring kunnen opdoen bij de herbouw en restauratie. In de voormalige kringenwetboerderij Zeehoeve vestigen de Amsterdamse Dienst Werk en Inkomen en de Stichting Herstelling een diagnosecentrum voor kansarme en bewerkelijke jongeren. Dat is inmiddels opgevolgd door een andere stichting die jongeren begeleidt. Op het fort zelf is sinds september 2012 een paviljoen gebouwd, dat wordt geëxploiteerd door cateringbedrijf Puur (www.paviljoenpuur.nl) en dat elk weekend voor bezoekers geopend is. Het is ook een officiële trouwlokatie van de gemeente Diemen.

Doordat het fort in een voormalige uithoek van Diemen ligt (er loopt nu een fiets- en wandelpad over de Diemerzeedijk), en de nabijgelegen Diemervijfhoek (het voormalig PEN-eiland) lange tijd nagenoeg ontoegankelijk is geweest, heeft de natuur ongestoord zijn gang kunnen gaan. Er wonen ringslangen, nestelen haviken en vossen brengen hun jongen groot. Het is zelfs officieel natuurgebied geworden onder toezicht van Staatsbosbeheer. Diemen aan zee heeft er een uniek plekje om te recreëren bij gekregen.

Bronnen: Landschap Noord-Holland november 2012 (Frans Buissink), de Brug 25 oktober 2012 (Jaap Willems), Ons Amsterdam september 2012 (Marius van Melle & Niels Wisman), NF Thema april en juli 2010 (John Dehé),De Stelling van Amsterdam. Harnas van de Hoofdstad 2003, Diemen 1940-1945 (F. Reurekas 1985), Nieuwsbrieven Stelling van Amsterdam (René Ros).

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *